Een wespendief is, net als de buizerd, nogal variabel van kleur. Wordt meestal in vlucht gezien, vliegend of cirkelend boven bosgebied of op trek. Lijkt vliegend op buizerd, maar heeft een kleinere kop en een langere, smallere hals. Hierdoor steekt de kop verder uit. Heeft ook langere vleugels dan buizerd. Ook de vleugelhouding is anders in vlucht. Veelal schuwe vogel die niet veel wordt gezien.

Komt voor in bosgebieden. Komt zowel voor in loof- als naaldbossen, zolang er maar voldoende voedsel aanwezig is. Kan ook voorkomen in kleinere bosjes. Er broeden totaal ongeveer 500 paar in Nederland. Niet tot nauwelijks op de Wadden, in Groningen en in Zeeland. In de Friese en Drentse bossen doet de soort het relatief slecht in vergelijking met de rest van Nederland. Komt bijna overal in Europa voor. De wespendief is een duidelijke trekvogel. Trekt in augustus-september naar West-Afrika. Keert terug vanaf april, maar vooral in de tweede helft van mei.

Voedt de jongen voornamelijk met zelf uitgegraven wespenlarven. Wespendieven zijn niet erg gevoelig voor de steken van de volwassen wespen. Ze hebben als aanpassing bijvoorbeeld schubachtige kopveren. Wespen komen pas in voldoende mate beschikbaar vanaf ongeveer half juni. Eet daarom ook wel hagedissen, kikkers, zoogdieren en vogels. Zoekt wespen- en hommelnesten in een zoekvlucht of vanuit een uitkijkpost.

Massale trek van wespendieven is een zeldzaam fenomeen in Nederland. Als het zich al voordoet, zijn de kansen erop rond half mei nog het grootst. Maar ook in het najaar passeert zo heel nu en dan een ware trekgolf. Dat was dit jaar het geval op 25 en 26 augustus. (Bericht uitgegeven door Sovon Vogelonderzoek Nederland op vrijdag 30 augustus 2013). Lees verder op Natuurbericht.nl

Nestelt in hoge boom, bij voorkeur een spar. Het nest wordt met groene bladeren bekleed. De reden hiervoor is onduidelijk. Wespendieven komen arriveren laat in de broedgebieden (in de loop van april) en de eileg begint meestal in de tweede helft van mei. Succesvolle paren brengen meestal twee jongen groot.

Wespendieven zijn bekend vanwege de ‘luchtdans’ die ze boven de broedgebieden (maar ook kilometers verder) uitvoeren. Dit luchtdans wordt vlinderen genoemd. Vlinderen heeft waarschijnlijk een signaalfunctie, maar het onduidelijk welke.