Engelse naam: | Osprey |
Duitse naam: | Fischadler |
Franse naam: | Balbuzard pêcheur |
Grootte: | 55-60 cm |
Spanwijdte: | 146-173 cm |
Voedsel: | Vrijwel uitsluitend vis. |
De visarend is een grote, maar slanke roofvogel met zeer lange smalle vleugels. Deze worden vaak gehoekt gehouden. De onderzijde is contrastrijk licht-donker. Bovenzijde is overwegend donker met lichte kop en donker masker.
De soort is afhankelijk van schoon, helder water met middelgrote vis. Het maakt niet uit of dit zoet of zout water betreft. Er wordt gevist in kleine en grote meren, langs rivieren en kusten. Eet vrijwel alleen vis. Welke vis gevangen wordt, hangt af van het lokale aanbod. Vissen tot 200 gram worden het meest gevangen. Alleen wanneer de condities hiervoor te slecht zijn worden alternatieve prooien gepakt, bij voorkeur kleine knaagdieren. Bidt boven water om prooi te lokaliseren. De vogel duikt naar beneden, vlak voor het oppervlak strekt de vogel zijn poten uit en duikt vervolgens met de poten vooruit het water in. Verdwijnt soms geheel onder water. Er is bekend dat er visarenden zijn verdronken omdat ze verstrikt kwamen te zitten in een te zware vis. Er wordt in de buurt van geschikt viswater gebroed.
Het nest bevindt zich meestal in de top van een boom, soms ook in hoogspanningsmasten. Er zijn ook nesten bekend op de grond. Het nest wordt jaar na jaar gebruikt en kan daardoor een fors bouwsel worden. De afgelopen jaren werden in de Biesbosch nesten gebouwd, en in 2016 was er voor het eerst een succesvol broedgeval. Er vloog één jong uit. In 2017 waren er twee broedgevallen in de Biesbosch. Er kropen zes jongen uit het ei. Hoe deze broedgevallen af zijn gelopen is bij het schrijven van deze tekst nog onbekend.
De soort is redelijk algemeen op doortrek, jaarlijks 500-1000. Vooral te zien in maart-mei en in september. Enkele honderden exemplaren verblijven voor langere periode in Nederland, een aantal exemplaren overzomert en een enkele keer wordt er ook overwinterd. Broedt vooral in Duitsland, Schotland, Fenno-Scandinavië. Door jacht in de de 19de en 20ste eeuw in een flink aantal landen verdwenen. In een aantal gebieden wel teruggekeerd, waaronder in Schotland. Is een trekvogel. In een milde winter kan de soort wel overwinteren in Midden-Europa en dus ook in Nederland. Overwintert normaal in Afrika en rond de Middellandse Zee.