Kijken naar vogels is razend populair. Schrijven erover ook. Alleen al in Nederland worden jaarlijks minimaal 8000 pagina's tekst geproduceerd door leden van vogel- en natuurwerkgroepen, variërend van excursieverslagen tot anekdotes, overzichten van tellingen, karteringen, uitwerkingen van onderzoekjes en wetenschappelijke verhandelingen over deelonderwerpen.
In 1993, in de nadagen van de Werkgroep Roofvogels Noord- en Oost-Nederland, kreeg Maria Quist het idee een nieuwsbrief/tijdschrift te maken dat geheel gewijd was aan roofvogels. Het kreeg de naam De Takkeling, een verwijzing naar het bijna vliegvlugge stadium van een roofvogeljong en een hint aan de lezers om vooral kopij in te sturen teneinde die Takkeling te laten vliegen. Dat laatste bleek niet moeilijk, integendeel.
Vanaf 1994 ging de WRNON door als een landelijke werkgroep, de Werkgroep Roofvogels Nederland, en begon De Takkeling 3x per jaar te verschijnen in een allengs fraaiere en completere uitvoering. De 'female touch' van Maria werd al snel zichtbaar in de verbeteringen in het uiterlijk van De Takkeling: gebruik van foto's en tekeningen, een kleurenomslag (vanaf de vijfde jaargang), drukken in plaats van kopiëren (vanaf de tweede jaargang).
Voor de foto's werd nadrukkelijk gezocht naar platen met documentaire informatie, liefst gemaakt voor het betreffende artikel en bedoeld als aanvulling op de tekst. De alleen-maar-mooie, beeldvullende plaatjes voegen immers weinig toe aan het beeld dat we van roofvogels hebben.
Wat de inhoud van De Takkeling betreft staat voorop dat het een gevarieerd tijdschrift moet zijn, met ruimte voor informatie, anekdotes, humor, wetenschappelijke en minder wetenschappelijke artikelen, gedichten, sfeertekeningen, meningen en ervaringen. Potentiële schrijvers worden achter de vodden gezeten om verslag te doen van hun bevindingen. Binnengekomen stukken worden door de redactie taalkundig en inhoudelijk bewerkt, soms zeer drastisch maar met instandhouding van de oorspronkelijke schrijfstijl. Aan de artikelen worden in dit opzicht hogere eisen gesteld dan aan de overige stukken, echter zonder een drempel voor de auteurs op te werpen. Gezien de belangstelling vanuit het buitenland werd vanaf het derde nummer van de tweede jaargang besloten artikelen en korte mededelingen te voorzien van een Engelse samenvatting en Engelse onderschriften bij tabellen en figuren (later ook van foto's). Deze worden alle door de redactie gemaakt.
Snel na het ontstaan van De Takkeling werd gespeeld met de gedachte (o.a. door Ruud Vlek) een overzicht op te nemen van recent verschenen artikelen over roofvogels in andere tijdschriften. Dit kreeg zijn beslag vanaf het derde nummer van de tweede jaargang. Inmiddels zijn tot en met de vijfde jaargang 543 artikelen en boeken in De Takkeling besproken. Ze geven een beeld van de verscheidenheid van het roofvogelonderzoek, zij het dat het overzicht verre van compleet is. Dank gaat uit naar Fred Hustings (SOVON), die voor ons de regionale Nederlandse tijdschriften en enkele buitenlandse tijdschriften navlooit op roofvogels. Gezien de reacties van lezers voorziet de rubriek in een behoefte. Gebruikers wordt echter aangeraden altijd het origineel erbij te pakken.
De Takkeling kreeg tijdens de tweede jaargang in 1994 zijn ISSN-nummer: 1380-3735. Om een ruimere verspreiding van de inhoud te bevorderen wordt het tijdschrift tevens opgestuurd naar bibliotheken (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag; Nederlandse Ornithologische Unie, Amsterdam; British Trust for Omithology, Thetford; Zemplínski múzeum, Michalovce, Slowakije; Universität Halle, Duitsland; University of Wroclaw, Wroclaw, Polen), naar referaattijdschriften (Zoological Records, afdeling Aves; Omithologische Schriftenschau; Recent Ornithological Literature van BOU, AOU en RAOU), naar het Handbuch der Vögel Mitteleuropas (Zwitserland) en naar Monitoring Greifvögel und Eulen (Duitsland) en de Raptor Conservation Group (Zuid-Afrika).
Wat hebben de eerste 5 jaargangen van De Takkeling gebracht? In de eerste plaats: 13 nummers (alleen jaargang 1 kende één nummer, alle overige jaargangen drie) met in totaal 874 pagina's. Er werden 269 artikelen en rubrieken geproduceerd, afkomstig van 135 (mede)auteurs. Vijf auteurs behoorden tot de categorie veelschrijvers met elk minimaal tien bijdragen. In totaal werden 151 foto's (van 43 fotografen!) en 172 tekeningen (van 23 tekenaars!) geplaatst, voorwaar een enorme diversiteit. In de tweede plaats: een gevarieerde inhoud met plaats voor mededelingen en ervaringen (minimaal 80), korte en langere artikelen (bijna 100), mededelingen (ruim 30), perikelen van Sake de Vlas (ruim 10), brieven, strips (Bulletje), gedichten, introducerende praatjes (elk nummer), knipsels en literatuuroverzichten. Het succes van deze formule mag er wezen: momenteel kent de WRN ongeveer 1500 betalende leden, allemaal mensen die zich bij roofvogels betrokken voelen!
Opmerking: Inmiddels zitten we in jaargang 24!