Foto: | Wim van Yperen | |
Engelse naam: | Red-footed Falcon | |
Duitse naam: | Rotfussfalke | |
Franse naam: | Faucon kobez | |
Grootte: | 28-34 cm | |
Spanwijdte: | 58-70 cm | |
Voedsel: | Bij voorkeur insecten, vooral sprinkhanen, kevers, termieten en mieren. De jongen worden gevoerd met hagedissen, zangvogels, amfibieën en knaagdieren. |
Ongeveer even groot als torenvalk en boomvalk. Het mannetje is duidelijk herkenbaar. Hij is donker blauwgrijs met een rode broek en poten. Het vrouwtje is blauwgrijs van boven, maar is aan de onderzijde bruinig en heeft een bruinige kop. Juvenielen zoals op de foto hierboven hebben vaak een lichte kop met een donker gezichtsmasker en een korte, duidelijke baardstreep.
De soort heeft voorkeur voor gras- en bossteppen, maar komt ook voor in hoogveengebieden, rivierdalen en op open plekken in bossen. In West-Europa ook in wetlands en heidegebieden. In alle gevallen moeten er voldoende insecten beschikbaar zijn. Jaagt vaak vanaf een uitkijkpost. Daarnaast gebruiken ze zoekvluchten en het bidden. Jaagt ook vaak lopend.
Broedt in losse kolonies, maar ook solitair. Nestelt bij voorkeur in oude roekennesten. De roodpootvalk komt voor op de Balkan, Griekenland en verder in een band over Rusland tot aan de Lena. De soort gaat achteruit, vooral door intensivering van de landbouw.
Opvallend is dat er juist steeds meer individuen worden waargenomen ten noorden en westen van het broedgebied. Voor zover bekend zijn er in Frankrijk, Duitsland, Finland, Zweden en Denemarken boedpogingen ondernomen. De soort is ook steeds vaker in Nederland te zien, in sommige jaren gaat het om 100en vogels. Bij ons is het geen broedvogel. Roodpootvalken zijn trekvogels die overwinteren in zuidelijk Afrika.