De Werkgroep Roofvogels Nederland is faliekant tegen het gebruik (beter gezegd: misbruik) van roofvogels voor commerciële doeleinden, waaronder roofvogelshows. Daar hebben we een aantal redenen voor:
- roofvogelshows worden gehouden door roofvogelhouders. Hoewel ze zichzelf valkeniers noemen, is er een hemelsbreed verschil tussen een roofvogelhouder en een valkenier (zie hieronder).
- roofvogelshows en roofvogelhouderij liggen in elkaars verlengde. Het laatste is een variant op het houden van tropische - en andere volièrevogels; ziedaar ook het verschil met valkeniers. De betroffen roofvogels en uilen leven onder omstandigheden die zelfs in de verste verte niets te maken hebben met hun natuurlijke leefwijze.
- roofvogeldemonstraties worden geacht educatieve waarde te hebben. In plaats daarvan wordt echter het consumentisme bevorderd (een dagje roofvogels kijken, niet zelden gevolgd door de wens zelf een roofvogel te bezitten). De verstrekte informatie is bovendien vaak van bedenkelijk niveau.
- roofvogelhouders zijn nauw verweven met de fok van roofvogels. Daarbij wordt op grote schaal hybridisatie toegepast, wat op zijn beurt in toenemende mate voor problemen zorgt bij wildlevende valken (weghouden bij de schaarse nestplaatsen, hybridisatie in het wild; Arbeitsgemeinschaft Wanderfalkenschutz des NABU NRW, Werkgroep Slechtvalk Nederland). Een deel van die vogels zorgt voor forse problemen in het wild (Nittinger F., Haring E., Pinsker W. & Gamauf A. 2006. Are escaped hybrid falcons a threat to the Pannonian population of the Saker Falcon (Falco cherrug)? Greifvögel und Eulen in Österreich: 21-26. Zie ook: Everitt P.J. & Franklin J. 2009. First UK record of a wild free-living Peregrine Falcon female breeding and producing young with a hybrid male falcon of domestic origin. In: Sielicki J. & Mizera T. (eds), Peregrine Falcon Populations – status and perspectives in the 21st century: 585-592. Turul/Poznan University of Life Sciences, Warsaw/Poznan).
- roofvogelshows en -houders zijn nauw verweven met handel in roofvogels, waar allerlei duistere en criminele kanten aan zitten. Hoewel deels bonafide (dat wil zeggen: naar de regels van de wet), is zonneklaar dat kieren in de wetgeving worden uitgebuit. De malafide kant onttrekt zich per definitie aan onze waarneming, al wordt af en toe een tipje van de sluier opgelicht (zie hieronder).
- roofvogelshows bevorderen de wens van mensen zelf roofvogels te willen hebben.
Waar vraag is, ontstaat aanbod. Dat aanbod wordt deels gevoed met in gevangenschap gefokte roofvogels, maar - illegale- onttrekking van eieren en nestjongen aan wild levende vogels is eveneens aan de orde van de dag. Daarvoor bestaan aanwijzingen in Nederland (vooral Noord-Brabant: verdwijning van eieren of kleine jongen van haviksnesten), en tal van bewijzen in het buitenland (onder meer Groot-Brittannië, Duitsland, Slowakije). Het betreft een wereldwijde handel, waar veel geld in omgaat. Een willekeurige greep uit recente gevallen in West- en Midden-Europa:
- in beslagneming op Heathrow, London, van plastic buizen waarmee 23 roofvogels en uilen uit Thailand werden binnengesmokkeld op 25 juli 2002 (Legal Eagle 32: 1-2, 2002),
- de betrapping op heterdaad van een Tsjechische valkenier op 4 mei 2001 in Slowakije (jonge Steenarend uit nest gehaald: De Takkeling 9: 189-192, 2001),
- de inbeslagneming van 70 roofvogels en uilen bij twee valkeniers in Duitsland, waarbij nader onderzoek aan het licht bracht dat zij verantwoordelijk waren voor de nestroof van 80 Haviken, >70 Raven, 66 Rode Wouwen, 19 Zwarte Wouwen en 14 Sperwers (Arbeitsgemeinschaft Wanderfalkenschutz Jahresbericht 2001/NRW: 14-15), en
- jaarlijks worden op Russische vliegvelden tot 700 Sakervalken in beslag genomen die op het punt stonden het land uitgesmokkeld te worden (Russian Conservation News 26: 17, 2001). Door deze continue valkenroof zijn de broedpopulaties van Oezbekistan, Kazakhstan, Afghanistan, Kirgizië en Binnen-Mongolië teruggebracht tot solitaire paren en enkele kleine clusters. Het overgrote deel van de 7000-8000 Sakervalken die elk jaar naar het Nabije Oosten worden vervoerd, is illegaal verkregen (Wingspan 11(2): 9, 2002).
- bevordering handel: bij dit alles is het goed te beseffen dat er voor elke roofvogel die succesvol (en illegaal) zijn weg van natuur naar menselijke handen aflegt, het tienvoudige doodgaat onderweg. Simon Thomsett, inwoner van Kenya en zijn leven lang in de weer met roofvogelbescherming, vreest dat de verhouding zelfs nog schever ligt. De hondse wijze waarop in beslag genomen roofvogels (en andere vogels, en apen, reptielen) worden gesmokkeld (namelijk gedrogeerd en in doek gewikkeld in kokers, soms met de oogleden dichtgenaaid), doet alleen al tientallen procenten sterven tijdens het laatste deel van de reis. Voeg hierbij de sterfte tijdens het vangen en eerdere transporten van vanger naar tussenpersoon, en van tussenpersoon naar vliegveld/boot, en de uitval is enorm. Deze uitval is er op zijn beurt weer verantwoordelijk voor een grotere vanginspanning, namelijk om zodoende toch aan de vraag te kunnen voldoen.
Het volgende geval is illustratief. Raymond Humphrey werd tot 6.5 jaar cel veroordeeld door Isleworth Crown Court, London. Hij werd schuldig bevonden aan 22 overtredingen met betrekking tot illegale vogelhandel, waaronder van soorten die op wereldschaal bedreigd zijn (Brown en Malay Fish Owls, European, Barred and Forest Eagle Owls, Black Eagle, Mountain Hawk Eagle, Brahminy Kite en Pied Harrier). Humphrey is eigenaar van de Clouds Falconry Centre in Tilney All Saints nabij King’s Lynn, Norfolk. Hij werd opgepakt op een parkeerplaats van Heathrow met twee tassen volgepakt met roofvogels en uilen met een handelswaarde van R 500,000. Van de 23 vogels waren zes dood (in plastic tubes, met gebonden poten, zonder water). De roofvogels waren onder meer Crested Serpent Eagle, Blyth’s and Changeable Hawk Eagle, Oeraluil en Velduilen. (Ryan B. 2002. Raptor smuggler jailed. Talon Talk 20: 10.)
Dit is slechts het topje van de ijsberg. Wij vinden daarom dat mensen beter naar wild levende roofvogels kunnen kijken, in plaats van shows te bezoeken of zelf roofvogels te willen hebben. In Nederland is het waarnemen van roofvogels een eenvoudige opgave, zelfs zonder verrekijker of telescoop. De betrouwbare informatie over de leefwijze van onze roofvogels is bovendien zeer omvangrijk. Iedereen die zich in roofvogels wil verdiepen, heeft uitgebreide kansen. Zowel thuis (boeken, films, brochures) als in het veld, zowel in het verstedelijkte West-Nederland als in het bosrijke oosten van ons land of de open veenweidegebieden van Friesland en Holland. Pas dan gaan we iets begrijpen van het leven van deze vogels, van hun leefgebieden en hun prooien, van de dagelijkse problemen waar ze tegenaan lopen, de overlevingskansen, enzovoort. Een fascinerende wereld, met dagelijks nieuwe indrukken en vragen...
Handel omvat ook eierverzamelaars: voorbeelden in Zweden en Spanje
Op 10 april 1971 werden twee eierverzamelaars in Zweden op heterdaad betrapt bij het plunderen van nesten van een Raaf en een Oehoe. Bij de daaropvolgende huiszoeking werden adressen van andere verzamelaars aangetroffen, waarvan er zo’n 15 enkele weken later werden ingerekend. De meeste woonden in Zuid-Zweden en roofden in geheel Zweden. Roofvogeleieren waren bijzonder geliefd. Eén verzamelaar had 17 eieren van Rode Wouw, twee andere samen 21 eieren (toentertijd nog een zeldzame roofvogel in Zweden). Van de Visarend, sterk afnemend in de jaren zestig, had één verzamelaar in 1 jaar tijds maar liefst 11 legsels verzameld; in totaal had hij 33 eieren in zijn collectie. Twee andere verzamelaars hadden nog eens 30 visarendeieren. Deze drie dieven waren samen goed voor tenminste 35 eieren van Zeearend. Bij nog eens drie verzamelaars werden verder 53 eieren van Giervalken en 42 eieren van Slechtvalken (zeldzaam) gevonden. Twee verzamelaars verzamelden in 4 jaar tijds 121 eieren van Torenvalken, een andere verzamelaar roofde in 2 jaar in totaal 23 eieren van Boomvalken in één district (waarna Boomvalken zo goed als verdwenen waren). Aanzienlijke aantallen eieren van kiekendieven bevonden zich in de collecties, waaronder drie legsels van Grauwe Kiekendief (zeer zeldzaam), en veel legsels van Havik, Ruigpootbuizerd, Wespendief en Smelleken. Doordat ze ook veel actief waren in Zuid-Europa zaten er ook legsels van Vale Gier, Aasgier, Schreeuwarend, Slangenarend, Arendbuizerd, Balkansperwer en Eleonora’s Valk in hun verzamelingen. Ze hadden veel contacten met gelijkgestemde zielen in onder meer Zweden, Duitsland, Denemarken en Noorwegen (Olsson 1972)
Vader en zoon Lendrum, Adrian Lloyd en Jeffrey Paul, ‘roofvogelaars’ in Zimbabwe
Op 1 oktober 1984 werden voornoemde heren schuldig bevonden aan de illegale roof van eieren (tijdens het proces werden er 800 getoond) in en rond het Matopos Nationale Park (tussen 1 januari 1972 en 4 oktober 1983), aan het in bezit hebben van eieren van soorten die speciale bescherming genoten en aan het vervalsen van gegevens (broedsels uit 1975-81) voor nesten waaruit ze de eieren hadden gestolen. Ze waren onderdeel van een netwerk van roofvogelsmokkelaars en hadden contacten in Zuid-Afrika, Groot-Brittannië, Canada en de USA. Beide mannen waren lid van de Ornithological Society of Zimbabwe en de South African Ornithological Society, en jarenlang actief binnen diverse roofvogelprojecten waarvoor nesten werden gecontroleerd en nestkaarten werden bijgehouden. Tussen 1975 en 1984 publiceerden ze 18 stukken over roofvogels in bladen als Honeyguide, Bokmakierie, Ostrich en Zimbabwe Science News. Door hun vervalste gegevens zijn de besprekingen van diverse roofvogelsoorten in diverse handboeken deels onbetrouwbaar geworden (Anonymous 1985, Anonymous 1985a, Gargett 1990).
Dit verhaal kreeg recent nog een interessant staartje, waaruit blijkt hoe onverbeterlijk rovers zijn (en hoe lucratief de handel in roofvogels). In 2002 werden Jeffrey Paul Lundrum (afkomstig uit Zuid-Afrika; achternaam waarschijnlijk fout gespeld) met Paul Charles Mullin (uit Verenigd Koninkrijk) in noordelijk Quebec (Canada) in hun kraagje gevat toen ze zich uitgaven voor natuurfotografen maar weinig belangstelling voor de levende vogels bleken te hebben. In plaats daarvan maakten ze haastige bezoeken aan klifnesten van Slechtvalk en Giervalk. Een oplettende helikopterpiloot waarschuwde de autoriteiten. Ze bleken 7 eieren van Slecht- en Giervalk in een draagbare broedstoof bij zich te hebben, bedoeld om uiteindelijk de valken in het Midden Oosten te verkopen. Ze betaalden $7250.- aan boetes, en hun uitrusting - waaronder een GPS en klimspullen - werd in beslag genomen (Hamilton 2002). Niet het soort boete waar deze jongens wakker van liggen!
Hamilton G. 2002. And another caught by the Canucks. Talon Talk 20: 10-12.
Contact WRN: Rob G. Bijlsma, Doldersummerweg 1, 7983 LD Wapse, This email address is being protected from spambots. You need JavaScript enabled to view it.